Wat zegt het nieuwe testament?
Christenen hoeven geen wekelijkse sabbat te houden. Ze staan onder ‘de wet van de Christus’ (Romeinen 6:15: Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet (van Mozes), maar onder de genade (wet van Christus) zijn ? Volstrekt niet! 16Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid? 17Maar Gode zij dank: gij wáárt slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is; 18en, vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheiden)
Van die wet van Christus is de sabbat geen onderdeel (Galaten 6:2; Kolossenzen 2:16, 17). Waarom kunnen we daar zeker van zijn? Laten we eerst eens de oorsprong van de sabbat bekijken.
Wat is de sabbat?
Het woord ‘sabbat’ is afkomstig van een Hebreeuws woord dat ‘rusten; ophouden’ betekent. Het komt voor het eerst in de Bijbel voor in geboden die aan het oude Israël werden gegeven (Exodus 16:23). Zo zegt het vierde gebod van de tien geboden: ‘Ter gedenking van de sabbatdag, om die heilig te houden, dient gij zes dagen dienst te verrichten en moet gij daarop al uw werk doen. Maar de zevende dag is een sabbat voor Jahweh, uw God. Gij moogt generlei werk doen’ (Exodus 20:8-10). De sabbatdag liep van zonsondergang op vrijdag tot zonsondergang op zaterdag. Tijdens die periode mochten de Israëlieten hun verblijfplaats niet verlaten, geen vuur maken, geen hout sprokkelen en geen last dragen (Exodus 16:29; 35:3; Numeri 15:32-36; Jeremia 17:21). Op het schenden van de sabbat stond de doodstraf (Exodus 31:15).
Een aantal andere dagen op de Joodse kalender en ook het zevende en het vijftigste jaar werden een sabbat genoemd. In een sabbatsjaar moest het land onbebouwd blijven en konden de Israëlieten niet gedwongen worden schulden terug te betalen (Leviticus 16:29-31; 23:6, 7, 32; 25:4, 11-14; Deuteronomium 15:1-3).
Waarom geldt de sabbatswet niet voor christenen?
Jezus’ offer maakte de sabbatswet overbodig.
De sabbatswet gold alleen voor personen die ook onder de rest van de wet stonden die via Mozes was gegeven (Deuteronomium 5:2, 3; Ezechiël 20:10-12). God heeft nooit van andere volken verlangd dat ze zich aan een sabbatsrust hielden. Door het offer van Jezus Christus werden zelfs de Joden ‘ontslagen van de Wet’ van Mozes, inclusief de tien geboden (Romeinen 7:6, 7; 10:4; Galaten 3:24, 25; Efeziërs 2:15). In plaats van de Wet van Mozes te gehoorzamen, houden christenen zich aan de superieure wet van liefde (Romeinen 13:9, 10; Hebreeën 8:13).
1 Korinthe 9:21 Voor hen die zonder de wet zijn, ben ik geworden als zonder de wet – hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus – om hen te winnen die zonder de wet zijn.
Galaten 6:2 Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus.
Daarnaast is dit mijn eigen mening: Indien wij in Christus komen en blijven (in Christus “zijn”) hebben we niet meer de behoefte om te zondigen. We kunnen nee zeggen tegen de zonde en zijn derhalve vrij van de gevolgen van de zonde: schuld, schaamte, stress, moeten. Het verleden is vergeven en in het heden leef ik “in Christus”. Maak ik dan nog fouten? Zondig ik nog wel eens? Zeker wel, maar niet opzettelijk en ik ben er als de kippen bij om vergeving te vragen en mijn gedrag te veranderen.
Wij hebben dus geen rustdag meer nodig als we rustig doen wat God op ons hart legt om te doen. Zijn juk is zacht en zijn last is licht. Jezus is onze rust. Datzelfde komen we ook tegen in Hebreeën 4:9 : Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God. 10Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne. 11Laten wij er dus ernst mede maken om tot die rust in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid te volgen.
Heilig
God Heiligde de 7e dag. Mag ik jou er op wijzen dat wij nu geheiligd zijn in Christus? Christus is nu de "7e" dag.
Misvattingen over de sabbat
Misvatting: God stelde de sabbat in toen hij op de zevende dag rustte.
Feit: De Bijbel zegt: ‘God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk’ (Genesis 2:3, De Nieuwe Bijbelvertaling). Dit vers bevat geen wet voor de mens, maar beschrijft wat God deed op de zevende scheppingsdag. De Bijbel vermeldt nergens dat iemand vóór de tijd van Mozes een sabbatsrust hield.
Misvatting: De Israëlieten stonden onder de sabbatswet voordat ze de Wet van Mozes ontvingen.
Feit: Mozes zei tegen de Israëlieten: ‘Jahweh, onze God, heeft in Horeb’, een gebied rondom de berg Sinaï, ‘een verbond met ons gesloten.’ De sabbatswet was onderdeel van dit verbond (Deuteronomium 5:2, 12). Uit de manier waarop de Israëlieten met de sabbat omgingen, blijkt dat het iets nieuws voor ze was. God had gezegd dat de sabbat voor de Israëlieten een herinnering zou zijn aan hun bevrijding uit Egypte. Hoe zou dit kunnen als ze in Egypte al onder een soort sabbatswet hadden gestaan? (Deuteronomium 5:15) Waarom moest hun worden verteld dat ze op de zevende dag geen manna mochten verzamelen? (Exodus 16:25-30). En hoe kwam het dat ze niet wisten wat ze moesten doen in het eerste geval van sabbatsschending dat in de Bijbel wordt genoemd? (Numeri 15:32-36)
Misvatting: De sabbat is een eeuwig verbond en moet daarom nog steeds gehouden worden.
Feit: Sommige Bijbelvertalingen verwijzen naar de sabbat als een ‘eeuwig verbond’ (Exodus 31:16, Herziene Statenvertaling). Maar het Hebreeuwse woord dat met ‘eeuwig’ vertaald wordt, betekent soms ook ‘voortduren tot in de onbepaalde toekomst’, dus niet per se oneindig. De Bijbel gebruikt bijvoorbeeld hetzelfde woord om de priesterschap van Israël te beschrijven, een regeling die God ongeveer 2000 jaar geleden beëindigde (Exodus 40:15; Hebreeën 7:11, 12).
Tegelijkertijd is de rust nog steeds actueel, dus eeuwig: want "in Christus". en ook het priesterschap is eeuwig want hen die "in Christus" zijn, zijn ook priesters. het priesterschap is niet gestopt, maar in de oorspronkelijk bedoelde vorm doorgegaan.
Misvatting: Christenen moeten de sabbat houden omdat Jezus dat deed.
Feit: Jezus hield de sabbat omdat hij een Jood was en dus door geboorte verplicht was de Wet van Mozes te gehoorzamen (Galaten 4:4). Na Jezus’ dood was dit Wetsverbond, inclusief de sabbat, niet meer van kracht (Kolossenzen 2:13, 14).
Misvatting: De apostel Paulus hield als christen de sabbat.
Feit: Paulus bezocht op de sabbat wel de synagoge, maar niet om samen met de Joden de sabbat te vieren (Handelingen 13:14; 17:1-3; 18:4). In plaats daarvan predikte hij daar het goede nieuws. In die tijd was het gebruikelijk bezoekende sprekers te vragen om er een toespraak te houden (Handelingen 13:15, 32). Paulus predikte ‘elke dag’, niet alleen op de sabbat (Handelingen 17:17).
Misvatting: De sabbat van de christenen valt op zondag.
Feit: De Bijbel bevat geen gebod voor christenen om zondag te besteden aan rust en aanbidding. Voor de eerste christenen was zondag, net als alle andere dagen, een werkdag. The International Standard Bible Encyclopedia zegt: ‘Pas in de vierde eeuw, toen [de heidense Romeinse keizer] Constantijn het bevel uitvaardigde dat bepaalde soorten werk niet op zondag gedaan mochten worden, begon zondag steeds meer kenmerken te vertonen van een sabbat.’
Hoe zit het dan met Bijbelgedeelten die de indruk wekken dat zondag een speciale dag was? De Bijbel zegt dat de apostel Paulus ‘op de eerste dag van de week’, zondag, een maaltijd at met medegelovigen. Maar dat was heel logisch omdat Paulus de volgende dag zou vertrekken (Handelingen 20:7). Zo kreeg een aantal gemeenten de opdracht elke zondag geld opzij te leggen om de armen te helpen. Maar dit was niet meer dan een praktische suggestie om persoonlijke uitgaven te plannen. De bijdragen werden thuis bewaard en niet op een vergaderplaats ingeleverd (1 Korintiërs 16:1, 2).
Jezus stond op de zondag uit het graf, is een veel gehoord argument om op zondag samen te komen: Jezus ging die eerste dag van de week aan het werk: hij stuurde Maria terug naar de discipelen terwijl hij de tuin "onderhield” , in de middag wandelde hij met de 2 Emmaüsgangers en legde hun de bijbel uit en in de avond kwam hij bij de apostelen die angstig zich verborgen in een huis en blies op hun. God en adem….dat is werk.
in Openbaring 1: 10 staat de zin in enkele vertalingen: en op de zondag, de dag van de Heer. Dat " op de zondag" staat er in de grondtekst niet, en uit de context kun je opmaken dat het hier gaat om de dag des oordeels, die waarschijnlijk een langere periode van meerdere dagen of maanden bevat.
Misvatting: Het is verkeerd om één dag per week opzij te zetten voor rust en aanbidding.
Feit: De Bijbel laat deze beslissing over aan elke individuele christen (Romeinen 14:5).
Maak jouw eigen website met JouwWeb